Zekerheid deel 2: Het verband tussen zekerheid en compulsiviteit

De vorige post ging over de vraag, hang compulsiviteit samen met meer of minder zekerheid. Een andere vraag is: hoe houdt het niet goed kunnen inschatten van zekerheid verband met compulsief gedrag? Bij compulsieve stoornissen blijven patiënten gedrag uitvoeren ondanks de negatieve impact van het gedrag, wat in verband is gebracht met verminderde flexibiliteit in leren. Gevoel van zekerheid is belangrijk voor deze flexibiliteit: wanneer kan je beter naar feedback luisteren en je gedrag aanpassen (oftewel, wanneer sta je open voor leren) en wanneer negeer je het? Een voorbeeld: ik begin aan een nieuwe baan waarbij ik een goede beoordeling van mijn baas wil maar nog niet weet wat zij belangrijk vindt. In het begin ben ik onzeker, ik probeer verschillende dingen uit, en als mijn baas ontevreden is trek ik me dat erg aan en verander ik mijn strategie. Na een tijd daar te hebben gewerkt ben ik zekerder van mijn zaak, en leg ik het makkelijker naast me neer als mijn baas een keer moppert over mijn werk. Een hoge zekerheid hebben is functioneel in dit soort situaties. Je laat je niet snel van de wijs brengen. Maar het kan zijn dat de situatie, zoals de prioriteit van mijn baas, verandert. Dan is het wel handig dat ik na een paar negatieve reacties twijfels krijg en niet blind mijn ingezette strategie blijf uitvoeren. Het gevoel van zekerheid kan helpen om hier flexibel in te switchen.

Een studie onderzocht deze link tussen leergedrag en zekerheid bij OCS en deed een opvallende bevinding: ze vonden dat de link tussen zekerheid en leergedrag minder sterk is bij OCS patiënten (1). OCS patiënten schatten hun zekerheid wel goed in, maar toch bleven ze hun gedrag onnodig veel aanpassen in situaties waarin ze consistent positieve feedback kregen. De onderzoekers relateerde deze bevinding aan de observatie dat OCS patiënten hun compulsies vaak blijven uitvoeren ondanks dat ze wel weten dat het weinig zin heeft. De auteurs van de eerder genoemde studie hebben dit onderzoek herhaald in wederom een grote groep mensen zonder psychiatrische stoornis waarbij wel psychiatrische vragenlijsten werden afgenomen (2). Ze vonden inderdaad dat hoge scores op OCS vragenlijsten samengingen met zo’n verminderd verband tussen zekerheid en leergedrag. Maar dit was niet specifiek voor OCS, ook hoge scores op depressie, apathie, verslaving, impulsiviteit en eetstoornissen gingen samen met zo’n verminderd verband. Als ze weer keken naar dimensies in plaats van stoornis scores, zagen ze dat dit verminderde verband tussen zekerheid en leergedrag specifiek samenging met de dimensie compulsief gedrag en intrusieve gedachten. Interessant was het in deze studie niet zozeer dat het leergedrag afweek, maar juist de zekerheidsinschatting, dus andersom dan in de OCS studie. De auteurs weidde dit aan dat ze beter rekening konden houden met demografische kenmerken zoals geslacht, leeftijd en IQ. Als ze dat niet deden, dan vonden ze ook een afwijking in leergedrag.

Wat leren we hieruit?

De verminderde link tussen leergedrag en zekerheid lijkt samen te gaan met compulsiviteit in mensen zonder psychische stoornis en ook bij OCS patiënten. Dit kan het moelijker maken om flexibel gedrag aan te passen in onzekere of veranderde omstandigheden. Bijvoorbeeld dat patiënten hun gedrag te veel blijven aanpassen terwijl het helemaal niet nodig is, of juist dat ze door blijven gaan met gedrag dat niet meer functioneel is.

Open vragen

Er liggen dus nog best wel veel vragen open. Ten eerste of deze verbanden ook gelden bij mensen die een stoornis hebben. In het AMC hebben we een studie gedaan naar zekerheid waaraan mensen met OCS en gokverslaving hebben meegedaan, waarbij we ook naar hersenactiviteit hebben gekeken. We hopen hiermee vast te stellen welke afwijkingen er precies zijn wat betreft zekerheidsinschattingen en of er ook verschillen zijn in hersenactiviteit. Ook zijn we voor gokverslaving aan het kijken of er ook een verminderd verband is tussen leren en zekerheidsinschatting. En zijn we bezig met vervolg onderzoeken op te zetten om beter het verband tussen compulsiviteit en zekerheid in kaart te brengen. Daarnaast werken we samen met onderzoekers van het VUmc die een grote studie doen in OCS patiënten, waarin wordt gekeken naar effect van behandeling op zekerheid, en waarmee er gekeken kan worden naar de samenhang tussen symptomen en zekerheid binnen OCS en of dat overeenkomt bij wat er in mensen zonder stoornis is gevonden.  Als laatste zijn we bezig met onderzoekers van de UvA een studie op te zetten om beter de link tussen leren en zekerheidsinschatting te begrijpen.

1. Vaghi, M. M. et al. Compulsivity Reveals a Novel Dissociation between Action and Confidence. Neuron 96, 348-354.e4 (2017).

2. Seow, X. F. T. & Gillan, C. M. Transdiagnostic phenotyping reveals a range of metacognitive deficits associated with compulsivity. bioRxiv 664003 (2019). doi:10.1101/664003

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s