In de vorige twee blog posts over zekerheid vertelde ik over twee studies die bij gezonde mensen hadden gekeken naar psychiatrische symptoom dimensies door psychiatrische zelf-invul vragenlijsten af te nemen en dan te kijken hoe de items met elkaar samenhingen (met een factor analyse). Dit waren vragenlijsten bedoeld om stoornis gerelateerde klachten uit te vragen, maar je kan ook alle items van de verschillende lijsten op een hoop gooien en kijken hoe ze samenhangen: welke klachten komen vaker samen voor los van de stoornissen/vragenlijsten. Op deze manier vonden de auteurs drie dimensies van samenhangende symptomen: een compulsiviteits dimensie, sociale terugtrekking dimensie en angst en depressie dimensie. Dat betekent bijvoorbeeld dat mensen die hoog scoren op één item van de compulsiviteits dimensie laten ook vaker een hoge score zien op de andere compulsiviteits items, maar niet perse op items van depressie en angst.
Dimensionele psychiatrie
Deze dimensionale aanpak van psychische klachten kan erg interessant zijn, omdat de gedachte is dat het misschien wat ruis uit het psychiatrische onderzoek kan halen. Veel psychiatrische stoornissen bestaan uit een mengeling van symptomen, die verschillen per persoon, maar vaak weer overlappen per stoornis. Zo zijn bijvoorbeeld gevoelens van waardeloosheid en concentratie verlies symptomen van depressie, maar niet elke patiënt met depressie heeft deze symptomen en ook patiënten met andere stoornissen hebben hier vaak last van. Dat maakt het mogelijk lastig om uit te zoeken welke verschillen in cognitie en hersenactiviteit een bepaalde stoornis kenmerkt. De hoop is als we deze diagnostische categorieën los laten en ons meer focussen op dimensies van symptomen of gedragingen dat het onderzoek dan eenduidigere informatie gaat opleveren.
Werkt een dimensionele aanpak?
Zoals gezegd in de vorige posts, deze aanpak bij gezonde mensen liet zien dat een compulsiviteits dimensie samen bleek te hangen met afwijkingen in zekerheidsinschattingen. Een tekortkoming aan dit onderzoek was dat het alleen in gezonde mensen was gedaan, en we dus niet goed weten of deze dimensies ook in patiënten een duidelijker verband laten zien met cognitieve afwijkingen dan diagnoses. En zijn nu recent twee studies uitgekomen die deze aanpak hebben toegepast bij psychiatrische stoornissen (1,2). Eén daarvan onderzocht 285 patiënten met obsessieve compulsieve stoornis (OCS) en/of gegeneraliseerde angst stoornis (GAS) en ze vonden hier wederom een compulsiviteits dimensie naast een obsessie dimensie en een ‘distress’ (angst, depressie en stress) dimensie. Helaas keken ze niet naar het verband met zekerheidsinschattingen maar wel naar andere cognitieve maten waar vaker afwijkingen waren gevonden bij OCS patiënten: doelgerichte planning, cognitieve flexibiliteit en abstract redeneren. Ze vonden dat slechter presteren op deze taken samenging met hogere score op de compulsiviteits dimensie, terwijl er geen verband was met de andere dimensies. De compulsiviteits dimensie verklaarde testafwijkingen beter dan een OCS-diagnose, en ze konden deze resultaten repliceren in een follow up meeting.
Wat kunnen we hiervan leren?
Deze studie laat zien dat de symptoom dimensie compulsiviteit sterker samenhangt met cognitieve afwijkingen dan de diagnose OCS. Dit geeft hoop dat een dimensionele aanpak van psychiatrie kan leiden tot duidelijkere onderzoeksresultaten wat ons zou kunnen helpen stoornissen beter te begrijpen. Het geeft ook aan dat het belangrijk is om in het onderzoek niet alleen op 1 stoornis te focussen maar breder te kijken over stoornissen heen.
compulsiviteit als transdiagnositische dimensie?
In combinatie met de studies die al eerder zijn gedaan in mensen zonder psychiatrische stoornissen, lijkt dit een interessante en empirische manier om compulsiviteit te vatten. Blijkbaar is er samenhang in de beleving van verschillende compulsiviteits klachten. En het is ook betekenisvol omdat er een sterke relatie is met cognitieve afwijkingen. Een belangrijke kanttekening is alleen dat in dit onderzoek de compulsiviteitsdimensie alleen betrekking had op OCS klachten. Omdat er geen andere compulsieve stoornissen zoals verslaving of eetstoornis zijn meegenomen, weten we nog niet goed of deze compulsiviteitsdimensie in patiënten ook diagnose overstijgend zal werken.
Referenties
- Gillan CM, et al. Comparison of the Association Between Goal-Directed Planning and Self-reported Compulsivity vs Obsessive-Compulsive Disorder Diagnosis. JAMA Psychiatry (2019).
- Grisanzio KA, et al. Transdiagnostic symptom clusters and associations with brain, behavior, and daily function in mood, anxiety, and trauma disorders. JAMA Psychiatry (2018).